Ga met me mee en ontdek de kleurrijke keuken van Roemenië. Voor veel Nederlanders en foodies is dit een onbekend (vakantie)land. Maar Roemenië is de reis meer dan waard. Maak kennis met een bont scala aan gerechten met een knipoog naar de mediterrane, Hongaarse en Duitse keuken. Laat je positief verrassen door deze pure boerenkeuken. Bonustip: ga overnachten in een boerenpensions voor het ultieme Roemenië-gevoel.
‘Ga je op vakantie naar Roemenië? Wat moet je daar nou doen? Je gaat er vast niet voor het lekkere eten heen’. Deze opmerkingen kreeg ik toen ik vertelde over mijn voorgenomen rondreis door Roemenië. Het prikkelde me nog meer om dit onbekende land te bezoeken.
Dracula
Want ja, wat wist ik eigenlijk van dit land? Ik kan me vaag iets herinneren van de beëindiging van het communistische bewind van Nicolae Ceaușescu in 1989. Dat is destijds live met kerst op televisie geweest. Verder heb ik wel eens plaatjes gezien met daarop de kleurrijke klederdracht. Daarnaast staat me vaag bij dat er een link is met de vampier Dracula.
Knoflook
Dat verhaal komt gelijk ter tafel in Bran. Hier zit een kasteel dat gewijd is aan de legende rond graaf Dracula. Op zich niet zo’n must see maar er werd nog wel even door de gids aangestipt dat je knoflook moet eten om deze ‘vampier’ af te weren.
Duitse culinaire erfenis
Bran is een van de zeven steden in Roemenië die gesticht zijn door een volk dat leefde rond de Duitse Moezel. Deze Duitse culinaire roots zie je terug op het bord. Er zijn veel stevige gerechten met aardappels, varkensvlees, worsten en gefermenteerde kool/zuurkool. Daarnaast staan er veel goulash(soep) en paprika’s op het menu, vooral in gebieden waar van oudsher veel Hongaren wonen.
Polenta en mozzarella
De mediterrane invloed is eveneens terug te proeven. Je komt schotels met polenta (Italiaanse maïsgries) tegen. Net als de klassieke combinatie van mozzarella met tomaat, basilicum en aceto balsamico. De Roemeense keuken is een echte meltingpot van kookculturen.
Pannenkoek
Stiekem bespeur ik ook een vleugje Nederland: de Roemenen zijn namelijk –net als wij- dol op pannenkoeken. Opgerold, gefrituurd en met roomkaas erin. In Boekarest zie ik een kraam waar ze pannenkoeken als streetfood aanprijzen met opvallende Engelse namen boordevol humor.
Menukaart op de muur
Heel leuk en aardig allemaal maar wat zijn nu typisch Roemeense specialiteiten? Die ontdek ik in Sighişoara . In deze stad vol gekleurde historische huizen, tref ik op een buitenmuur een menukaart aan met daarop toppers uit de kleurrijke Roemeense keuken. (Voor wie mij nog niet kent: ik heb een voorliefde voor menukaarten en ik moet ze altijd even bekijken).
Maaltijdsoep
Daarop staat onder meer de al genoemde Hongaarse goulash. Plus de beroemde maaltijdsoep van witte bonen, gerookt varkensvlees welke in een rond brood wordt geserveerd. Deze moet je meteen eten want anders zuigt het brood alle soep op. Stevige kost maar overheerlijk.
Papanaşi
Nog zo’n must eat is Papanaşi: een typisch Roemeens dessert. Een soort donut (van oliebollendeeg) met daarin smeuïge kaas. Gefrituurd en geserveerd met zure room en een fruitjam met aardbei/blauwe bes. Dit warme dessert is machtig maar lekker door de combi van fruit, zoet, fris en hartig. Ik eet deze gerechten bij Hotel Korona. Warm aanbevolen voor wie de kleurrijke keuken van Roemenië tot zich wil nemen.
Gastvrij
Wat ik verder aanraad, is logeren bij de boeren in het herdersdorp Sibiel, vlakbij Sibiu. De ontvangst is meteen gastvrij. We worden begroet door de vriendelijke boerin met een handdruk bij aankomst. In het Frans kunnen we wat communiceren.
Slapen bij de boer
We slapen op de rustieke boerderij in het dorp. In een eenvoudige kamer met een prima bed en een brandschone badkamer. De entourage is rustiek en uniek. Tijdens een wandeling door het dorp komen we een paard zonder begeleider en een boer die achter een loslopende koe aan rent, tegen.
‘Brandende’ wijn
En dan het eten: wat een belevenis. De porties zijn ruim en we mogen zelf opscheppen van de pan met stevige, gevulde groentesoep die op de lange tafel komt. Vooraf moeten we de huis gestookte pruimenjenever met 50% alcohol proeven: tuica. Ik houd het na twee slokken voor gezien. Dat is echte brandewijn oftewel ‘brandende’ wijn (in mijn keel!). De Roemenen noemen dit het ‘asprientje’. Ben je verkouden, dan sla je dit drankje achterover voordat je het bed instapt.
Sarmale
Een typische boerenspecialiteit –zo vertelt onze Roemeense gids- is sarmale. Dat zijn opgerolde, geblancheerde koolbladeren met daarin varkensgehakt, zuurkool en rijst. Het wordt met zuurkool geserveerd. Een heerlijk tussengerecht. Ik schep nog een keer op.
Schapenkaas
Ook erg lekker is de schapenkaas die je in het herdersdorp bij het ontbijt krijgt. Die traditionele kaas verkopen ze op lokale markten. Om er zeker van te zijn dat je de echte ambachtelijke schapenkaas koopt, kon je vroeger afgaan op de kleding van de herders. De typische bolhoed (van de mannen) zou een soort herkenningsteken zijn geweest.
Klederdracht
Helaas is dat nu niet meer zo. Iedereen kan zich verkleden in de lokale klederdracht. Zelfs ik moet er ook aan geloven: onze gastvrouw hult me in de traditionele Roemeense klederdracht. Compleet met een paar (over)schorten en een hoofddoek. In vol ornaat bied ik zo de huisgebakken taart aan twee jarige reisgenoten aan. De verrassing is compleet en ik word niet herkend.
Ontdek de kleurrijke keuken
Een leuke ervaring die het Roemenië-gevoel voor mij helemaal compleet maakt. Wat een prachtig land. Zo afwisselend en zo puur. Voor wie nu nog twijfelt: ik heb echt elke dag smakelijk gegeten. (En de wijn was ook lekker). Dus ga en ontdek de kleurrijke keuken van Roemenië.
Zin in meer smakelijke (reis)verhalen?
Koop mijn boek Wat maak je me nu?! oa met foodtrips naar Ierland, Italië, Schotland, de Baltische Staten en Oostenrijk.