Zeg, welke schrijffouten kom jij tegen op menukaarten en krijtborden? Die vraag krijg ik regelmatig sinds ik te boek sta als ‘menukaartdeskundige’. Hier stip ik 7 punten aan waar horecaondernemers mee worstelen bij het schrijven van teksten voor hun menukaart.
Laat gerechtomschrijvingen niet in de soep lopen. Als horecaondernemer weet je het: schrijffouten op je kaart ogen slordig en kunnen verwarring scheppen bij je gast. Soms leidt het –onbedoeld – tot woordgrappen. Zo was de horeca de leverancier van de grappigste taalfout van 2020 volgens de website Taalvoutjes. ‘We berijden ons konijn in eigen keuken’.
Een schrijffoutje schuilt soms in een paar letters. Dat merk ik ook tijdens het checken of schrijven van teksten voor menukaarten. Op deze punten gaat het vaak mis:
1. Accenten
Veel culinaire termen en gerechtennamen komen uit het Frans. Het gebruik van accenttekens en streepjes is en blijft lastig. Vaak worden ze vergeten. Zoals bij: crème brûlée. Maar bij compote en entrecote mag je het accent weglaten want dat woord is ingeburgerd.
2. Nieuwe spelregels
Vroeger schreef je ‘pannekoek’ en ‘thijm’. Ook was er discussie over c’s en k’s in zogenaamde ‘weetwoorden’ (woorden waar geen regels voor zijn en waarvan je de spelling uit je hoofd moet leren) zoals caramel en alkohol. Al een paar jaar geldt de nieuwe spelling. Karamel schrijf je met een k en alcohol met een c. De h uit tijm is verdwenen en als het meervoud op een n eindigt, voeg je een tussen n toe. Maar ook hier zijn uitzonderingen op de regel zoals courgettesoep. Daar schrijf je geen extra n want het meervoud van courgette is courgettes.
3. Een letter vergeten of verkeerd
En dan deze: de meringue (eiwitschuim) is een populair item op dessertkaarten en bij patissiers. Maar ik kom vaak merengue tegen. Dan wordt je dessert wel heel swingend want je bedoelt de muziek- en dansstijl uit de Dominicaanse republiek. Nog zo’n voorbeeld: hummus (kikkererwtenpuree). Vergeet je een m dan krijg je humus en schep je dus compost op het bord.
4. Spatieziekte
Het is onderhand een plaag: de spatieziekte. In veel menukaart- en productteksten wordt te pas en te onpas een spatie gebruikt. Zelf vermoed ik dat het komt omdat we veel Engelse woorden gebruiken. Die schrijven woorden ‘los’ van elkaar. De basisregel van de Nederlandse spelling is dat je samenstellingen aan elkaar moet schrijven. Zoals: rodekool.
5. Tussenstreepjes
In samenstellingen moet je soms streepjes zetten. Dat mag sowieso als het woord dan duidelijk wordt. Zo kwam ik eens het woord argangel tegen. Bij navraag bleek het een gel (gelei) te zijn gemaakt met argan dus argan-gel is dan duidelijker. Dat brengt me bij het volgende punt:
6. De klinkerbotsing
De wat? In het alfabet hebben we 5 klinkers (a, o, i, u en e). Staan er twee klinkers na elkaar, dan is een streepje verplicht. Zo vergroot je de leesbaarheid. Zoals vanille-ijs of lente-ui. Ook hier slaat de spatieziekte veelvuldig toe en vergeten veel mensen de verbindingsstreepjes.
7. Verkeerd hoofdlettergebruik
Parmezaanse kaas is ook zo’n instinker. Heel vaak zie ik: een pizza met Parmezaan. Nou, doe dat maar niet want dan verwijs je naar de inwoner van Parma. De stelregel is dat je bij wijnrassen en theesoorten een kleine letter gebruikt. Bedoel je de stad of streek, dan schrijf je wel een hoofdletter. Als je bij wijn ‘een rioja’ of een port op je kaart zet, schrijf je dat met een kleine letter r en p maar bedoel je de streek dan schrijf je de Rioja met een hoofdletter.
Laat gerechtomschrijvingen niet in de soep lopen!
Zoals je ziet: het is best lastig al die spelregels. Die opmerking krijg ik ook van ondernemers in de workshops Boost je menukaart! In die training (en in de boeken Wat maak je me nu?! en Boost je menukaart! Voor elke kaart een idee) geef ik tips hoe je als horecaondernemer je kaart optimaal inzet als communicatiemiddel. Daarbij gaat het niet alleen om correct spellen maar geef ik je inspiratie om te komen tot goed verteerbare en smaakmakende teksten waarmee je jouw gast prikkelt om bij jou te komen eten. Want als je menukaart er aantrekkelijk uitziet, maak je meteen een goede indruk. Een goed begin, is het halve werk.